Markeerringen worden zowel bij breien als haken gebruikt.
Veel voorkomende markeerringen zijn te openen zoals een veiligheidsspeld.
Dat is handig, want daardoor verlies je deze niet uit je werk.
Bekijk hier de verschillende soorten.
Bij elke soort staat wanneer je op info klikt meer informatie over het gebruik en de voor- en nadelen.

Steekmarkeerringen worden zowel bij het breien als bij het haken gebruikt.
BIJ BREIWERK:
Bij recht toe, recht aan breiwerk heb je geen stekenmarkeerringen nodig, maar als je bijvoorbeeld ajourpatroon gaat breien is het handig om met steekmarkeerringen aan te geven waar je patroon herhaalt.
Bij breiwerk kan je gebruik maken van gesloten steekmarkeerringen die je om de breinaald heen schuift.
Je neem de markeerring dan over op de andere pen tijdens het breien, zodat deze altijd op de juiste plek in het breiwerk mee beweegt.
Je kan ook stekenmarkeerringen gebruiken om je gebreide naalden te tellen, door bijvoorbeeld elke 10 naalden een markeerring in je breiwerk te hangen.
Hiervoor gebruik je dan sluitbare steekmarkeerringen zoals de verschillende soorten die we van Clover en Addi in het assortiment hebben.
Zo hoef je niet steeds alle naalden te tellen. Ook kan je bijvoorbeeld het midden van je breiwerk aangeven of wat er verder belangrijk is in je breiwerk om te markeren zodat je niet steeds hoeft te tellen.
Steekmarkeerringen zorgen tijdens het breien van patronen dan ook voor veel tijdsbesparing en voorkomen fouten.

BIJ HAAKWERK:
Steekmarkeerringen voor haakwerk moeten open zijn, anders kan je ze niet in het haakwerk steken.
Er bestaan stekenmarkeerringen die er als een soort spiraal in je steek gestoken kunnen worden.
Deze zijn meestal alleen voor het grovere werk geschikt en ze willen nog wel eens spontaan uit de steek vallen.
Het beste is, dat de steekmarkeerringen te sluiten zijn, zoals een veiligheidsspeld.
Hier zijn verschillende soorten geschikt voor. Clover heeft een aantal soorten die erg gebruiksvriendelijk zijn.
De steekmarkeerringen hebben een dunne punt zodat ze makkelijk in je haakwerk glijden zonder de steken te beschadigen.
Voor dun haakgaren zijn er dunnere steekmarkeerringen in de vorm van een schaapje.
Door de geribbelde vorm blijven de steekmarkeerringen ook nog beter in je haakwerk zitten als deze niet gesloten is.
Tijdens het rondhaken in spiraalvorm wordt een stekenmarkeerring gebruikt om het begin of eind van een toer aan te geven, zodat je precies weet waar je bent begonnen.
Het is ook mogelijk om op elk punt van meerderen een steekmarkeerring te plaatsen.
Het is maar net wat je zelf handig vind.